Crisisdienst en psychoanalyse: een onmogelijke combinatie?
Samenvatting
Kairos is een reeks van publicaties die wil aansluiten bij de (psychiatrische) actualiteit rakend aan de psychoanalyse. Een divan op de psychiatrische spoeddienst is de eerste bijdrage in deze serie. Bernard Delguste is een Belgische psycholoog die sinds 25 jaar werkt in een provinciaal psychiatrisch ziekenhuis en de laatste tien jaar bij de crisisdienst, met name een opnameafdeling (HIC).1 Daar heeft hij zich weten in te voegen in een complexe constellatie die de spoedeisende psychiatrie met zich meedraagt. Hij doet dit vanuit een lacaniaanse inspiratie waarin de ontmoeting met patiënten en het spreken een centrale rol spelen. Crisisinterventie en psychoanalyse lijken elkaar uit te sluiten, maar Delguste laat ons overtuigend zien dat dat geenszins het geval is. In België is spoedeisende psychiatrische zorg vooral gesitueerd op de HIC (High Intensive Care), de opnameafdeling, maar dat neemt niet weg dat er bij deze intake ook een triage plaatsvindt die kan doen besluiten een ander traject te volgen dan dat van een opname. Voor zover ik kan nagaan bestaat er in Wallonië niet zoiets als een IHT (Intensive Home Treatment) met een opname-voorkomende strategie, zoals in Nederland het geval is.
Bespreking van
Bernard Delguste (2023). Een divan op de psychiatrische spoeddienst. Gent: Idesça. ISBN 9789082434057, 155 pp., € 20,–
De inleiding van het boek behandelt thema's als de vermoede ongerijmdheid van psychoanalyse en crisisinterventie, ‹vrijheidsberoving›, netwerken en ‹continuïteit van zorg›, de subjectiviteit van de patiënt en de hulpverlener en ten slotte het belang van de eerste ontmoeting, die niet zo eenvoudig is en geregeld gepaard gaat met strijd. Het symptoom dient hierbij als een soort paspoort dat een hermeneutische rol speelt.
Het boek opent met ‹Een ontmoeting voortkomend uit een confrontatie met het symptoom› en laat zien dat een ontmoeting even simpel als extreem moeilijk is. Iedere associatie met een samenzijn is hier misplaatst. Lang niet elke patiënt komt uit eigen initiatief naar de crisisdienst; zij worden vaak gebracht of afgeleverd door anderen, zoals familieleden, directbetrokkenen en de politie, waarbij het eigen verlangen soms moeilijk te achterhalen valt. Niet zelden zijn patiënten door de voorafgaande gebeurtenissen volledig murw geslagen, kunnen geen woord meer uitbrengen en zitten ogenschijnlijk passief in de spreekkamer het oordeel van de dokter af te wachten. Onder het kopje ‹doorgankelijkheid› wordt met nogal wat specialistische termen als ‹traverseren›, ‹intervenant›, ‹fenomenologische reductie› en ‹klinische doordrongenheid› het thema van een betekenisvolle uitwisseling tussen patiënt en behandelaar bespeeld waar overdracht en tegenoverdracht in het spel zijn, voor zover ik het begrepen heb. In ditzelfde hoofdstuk worden ‹sfeer›, ‹intimiteit›, ‹het afronden› en ‹het niet te veel nadruk leggen op het verwoorden› als problematisch naar voren gebracht, omdat daar in een crisissituatie juist de crux van het probleem ligt.
In ‹Een kliniek van boorden› wordt een zeer herkenbaar lacaniaans thema aangeboord. De vertalers hebben met de vertaling nogal wat woorden nodig om recht te doen aan het Franse bord (grens, boord, oever, voertuig).2 De patiënt komt aan boord van het Narrenschip (de psychiatrische kliniek) en legt te zijner tijd bij ontslag aan bij de oever. Bovendien zijn er grenzen (boorden) in de tijd en in de ruimte, maar ook de grenzen tussen het zelf en de ander. Het gaat hier niet om taalspelletjes, maar om een grote variëteit van betekenissen. Het woord ‹boord› refereert aan essentiële begrenzingen en onmogelijkheden tussen woord en ding, tussen subject en object, ik en de ander en de begrenzing door de wet (van het verbod op incest; cf. Lévi-Strauss), die bij overschrijding niet zonder desastreuze gevolgen blijft. Bij Lacan opent het schenden van het incestverbod de weg naar de psychose.
‹Een «buitengewone» kliniek, niet zonder anderen› herneemt het thema van de begrenzing en focust daarbij op de ontwikkeling van het subject. Het jonge kind komt ter wereld en is volledig afhankelijk van anderen die zijn ongebreidelde passies (cf. driften) moeten beteugelen en in goede banen leiden. Dat proces kan zich herhalen in de kliniek in relatie tot de behandelaren. Wanneer weerstand (afweer) tegen deze driften is doorgeschoten dient de patiënt uit zijn keurslijf bevrijd te worden. De psychose daarentegen is van een heel andere orde, wat een zeer specifieke bejegening met zich meebrengt. Deze moeilijke uitdaging wordt in dit boek niet uit de weg gegaan, maar wordt niet verder uitgewerkt.
Onder de titel ‹De randen van de divan› wordt de beperking van de psychoanalyse belicht, omdat de uitnodiging tot het vrije spreken heel vaak niet van toepassing is. Hoe vaak zijn patiënten in crisis niet mutistisch of zijn zij niet in staat de zaken die hen dwarszitten onder woorden te brengen? Wanneer de psychoanalytische methode bij sommige patiënten in crisis in de praktijk geen effect heeft, sluit dat geenszins uit dat deze in een later stadium van de behandeling na de crisissituatie alsnog kan worden toegepast.
‹Actuele symptomatische producties in een «buitengewone kliniek»› is de titel van hoofdstuk 6, dat gaat over minder gangbare symptomatologie, zoals melancholie en nieuwe varianten van pathologisch gedrag als computerverslaving en gameverslaving. Het is nog moeilijk te duiden tot welke categorie zij behoren: verslaving, verholen depressie, autisme of een beginnend schizofreen proces. Aparte aandacht krijgt de melancholisering van het subject binnen een wereld in verval, waarmee het huidige onbehagen in de cultuur ook wel wordt aangeduid.
Het laatste hoofdstuk, ‹De zorg «afboorden» in de psychiatrie›, komt terug op enkele thema's uit de voorgaande hoofdstukken, maar besteedt ook aandacht aan de mogelijkheid dat de werkvloer de beleidsmakers kan onderwijzen in sociaal en politiek opzicht. De ervaringen op de crisisdienst kunnen bijdragen aan een beter begrip van de malaise die in onze maatschappij wordt gevoeld. Bovendien kunnen zij ‹de fetisjen en afgoden die onze klinische praktijk oriënteren› een relativerende spiegel voorhouden. Met vele anderen is Delguste van mening dat het psychopathologisch symptoom niet te reduceren valt en dat er altijd een weg open blijft waarlangs het subject zich uitdrukt en niet te vangen is in een rationeel objectiverend discours. Hij is er zelfs bang voor dat wanneer deze weg in de psychiatrie wordt voortgezet, zij gedoemd is een spoedige dood te sterven (p. 130).
Het geheel overziend, is dit verslag van de praktijk van een crisisdienst in België vervat in een diepzinnige psychoanalytische reflectie. Het centrale thema van dit boek is de begrenzing (boorden) dat in het lacaniaanse denken zo centraal staat. De begrenzing speelt niet alleen een doorslaggevende rol in de therapeutische relatie (abstinentie en de begrenzing van de borderlinepatiënt), maar ook bij de ontwikkeling van het kind dat evolueert naar het subject dat per definitie begrensd is in het gedeelde subject; het subject van het zijn en het subject van de taal. Delguste legt vooral nadruk op de begrenzing die in de praktijk van de kliniek van belang is.
De taal die in dit boek wordt gebezigd is niet altijd even helder en voor Nederlandse lezers soms moeilijk te begrijpen. Verder mis ik een beschrijving en analyse van de dynamiek in het crisisteam bij soms heftige gebeurtenissen. Dit wordt wel terloops aangeduid, maar niet verder uitgewerkt.
Wie het voorgaande aanspreekt en de moeilijkheidsgraad voor lief neemt, kan bij lezing veel inspiratie opdoen.
Noten
- 1.In Nederland zijn de HIC en de crisisdienst/IHT formeel gescheiden, maar vallen beide onder de acute psychiatrie. In België is de crisisdienst een onderdeel van de opnameafdeling (HIC).
- 2.Cf. Alain Rey (1995). Dictionnaire historique de la langue française. Paris: Robert. Onder het lemma bord wordt naar voren gebracht dat dit woord vele betekenissen kan hebben, zoals eerder beschreven. Oorspronkelijk is het een term uit de zeevaart, met waarschijnlijk een Nederlandse oorsprong. Zo kan het verwijzen naar de rand/reling van een schip, naar de waterkant van een rivier en naar de vloedlijn.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden