MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Redactioneel
    • Artikel
    • Boekessay
    • Naast de bank
    • Scènes
    • Histories
    • Verslagen
    • Boeken
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TvPa
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
  • Reacties
    • Van lezers
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 17 (2011) / nummer 1
PDF  

Objectrelaties en moderne kunst

Etty Mulder
30 oktober 2024

Samenvatting

In de inleiding tot The artist's mind geeft George Hagman de lezer het advies om zich via het internet vertrouwd te maken met een selectie uit het werk van de kunstenaars die hij aan de orde brengt. Het gaat om acht kunstenaars uit de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw van wier werk geen afbeeldingen zijn opgenomen. De auteur gaat ervan uit dat zij voldoende bekend zijn en er is kennelijk niet aan de inmiddels gebruikelijke combinatie van boek en CD gedacht. Hagman, klinisch en sociaal psychoanalyticus in New York, staat stil bij Degas, Bonnard, Matisse en Duchamp, Franse exponenten van verschillende modernistische stijlen, beginnend met het impressionisme halverwege de negentiende eeuw. Aansluitend kiest hij vier Amerikanen: Lloyd Wright, Cornell, Pollock en ten slotte Warhol, die de overgang naar het postmodernisme vertegenwoordigt. Deze keuze wordt niet gemotiveerd en met name Edgar Degas valt er nogal buiten.

Bespreking van

George Hagman (2010). The artist's mind — A psychoanalytic perspective on creativity, modern art and modern artists. Hove: Routledge. ISBN 978 0 415 46706 3, 179 pp., £ 21,99

Vooral biografische gegevens lijken een rol te spelen in de ontwikkeling van hun kunstenaarschap, met de nadruk op de eerste objectrelaties. Deze zijn naar Hagmans mening bepalend voor een dispositie voor schoonheid — via de moeder — en voor het sublieme — via de vader. Bij elk van zijn kunstenaars gaat Hagman op zoek naar het eigene van de kindertijd: drama's, ziekten en verlieservaringen. Hij doet op grond daarvan suggesties voor waar de aanzet tot de creatieve ontwikkeling heeft gelegen en noemt dit ‹the intersubjective source of aesthetic experience›. Bij de kunstenaars in dit boek, die allen van het mannelijk geslacht zijn, blijkt het daarbij vooral te gaan om moederbindingen.

Zo leed Matisse na het verlies van een jongere broer onder het daardoor te sterk geïntensiveerde contact met zijn moeder. Duchamp had vooral te lijden onder zijn moeder omdat zij doof was, en die van Pollock beschermde hem te zeer. Wright had te kampen met een negatief zelfbeeld door de intense liefde van zijn moeder en Warhol deelde volgens onduidelijke bronnen geruime tijd zijn slaapkamer met zijn moeder. Deze geperverteerde relatie van Warhol met zijn moeder lag volgens hem ten grondslag aan zijn homoseksualiteit en leidde al met al tot diens subversieve kunstenaarschap. Een beeldvorming die wat simpel en gedateerd aandoet. Hagman schreef eerder verschillende teksten rondom ‹het esthetische› en ‹het psychische› in de ontwikkeling van kunstenaars. Zijn vorige boek, The aesthetic experience, verscheen in 2005 bij Rodopi in Amsterdam. The Artist's mind ligt in het directe verlengde hiervan, met name wat betreft een benadering van kunstenaars waarin geen andere invloeden in acht worden genomen dan familiaire, en waarbij niet steeds adequaat bronnen worden vermeld.

De betreffende kunstenaars worden vooral als schilder benaderd. Degenen onder hen die tegelijk ook als fotograaf, filmer en auteur bekend zijn, zoals Pollock en Warhol, wordt daarmee geen recht gedaan. Hun werk vertegenwoordigt immers op verschillende wijzen juist een doorbraak naar interdisciplinair kunstenaarschap in het modernisme. Meer algemeen bestrijkt de inhoud van dit boek de overgangsperiode van figuratieve naar non-figuratieve en abstracte kunst. De daaruit voortvloeiende historische relatie tussen de kunst van herkenbare beeldende vormen en het proces waarin deze vormen worden losgelaten tot zelfstandige identiteiten is ook psychoanalytisch zeer interessant en zou meer aandacht verdienen. Alvorens over te gaan tot een steeds gelijkluidende biografische benadering van zijn afzonderlijke kunstenaars geeft Hagman een ‹nieuw psychoanalytisch model van de esthetische ervaring›. Hij verwijst daarin naar klassieke en daaraan gerelateerde invalshoeken van Daniel Stern en Gilbert Rose, aanhangers van Kris, Kohut, Winnicott en Klein. Het theoretische arsenaal van de schrijver is sterk beïnvloed door psychoanalytische visies op het ontstaan van kunst als regressie. De dynamiek van de eerste objectrelaties speelt daarbij een centrale rol. Hij bedient zich van weinig gebruikelijke termen als ‹aesthetic resonance› en ‹self object experience›, waarmee hij doelt op een mechanisme dat sterk verwant is aan projectieve identificatie.

De tekst zou toegankelijker zijn geweest wanneer bestaande gemeenschappelijke domeinen van psychoanalyse en kunst in de redeneringen mee waren betrokken, zoals de droom en de fantasie. Ook het gebruik van vruchtbare termen als ‹narcisme›, ‹projectie› en ‹identificatie›, zou het lezen hebben kunnen verlichten. Dan had bijvoorbeeld over Joseph Cornell (1903-1972), verwoed verzamelaar van zonderlinge objecten, meer interessants gezegd kunnen worden. Cornell wordt door Hagman vooral beschouwd als labiel mens. Voor hem geldt — schot voor open doel — het ‹container-concept› van Bion, uit de kast gehaald vanwege zijn obsessie voor kijkdozen: boxes. Vanwege de fixatie op het creëren van deze afgesloten werelden ligt hier mijns inziens tegelijk een verbinding voor de hand met de situatie van extreem isolement van de kunstenaar.

De wederzijdse toenadering tussen psychoanalyse en kunst vergt steeds verdiepend begrip. Dat in dit proces nu en dan steken worden gemist is onvermijdelijk. Het is een hachelijke onderneming om kunstenaars enkel biografisch te duiden, ze niet vanuit hun artistieke omgeving en stijl te benaderen en het kunstwerk als zelfstandige identiteit buiten beschouwing te laten.

Mij dunkt dat deze beperkingen niet alleen in de kunstwetenschappen, maar ook in de psychoanalyse vermeden moeten worden. The artist's mind is met veel pretentie geschreven. De auteur doet een poging om moderne kunst vanuit nieuwe psychoanalytische invalshoeken te benaderen en ook vakgenoten zullen opmerken dat hij daarbij in herhaling vervalt. Om het kunstenaarschap en het scheppingsproces recht te doen is een breder interpretatief kader noodzakelijk.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 31, nr. 1, maart 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Positieve psychologie - De toepassingen
Fredrike Bannink
€ 24,95
Meer informatie
Diagnostiek in de praktijk
Frans Schalkwijk
€ 39,50
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Romana Goedendorp

Miquelstraat 131

2522 KN  Den Haag
tvpsychoanalyse@gmail.com

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl