In de diepe krochten van de ziel …
Samenvatting
Primitive mental states biedt een interessante reis, hoofdzakelijk op Californische leest geschoeid, naar de diepere lagen van het psychische leven. Het is een ontegensprekelijk postbioniaans werk, trouwens opgedragen aan James Grotstein, de onbetwiste hoofdfiguur als het op een vertalend bewerken van de ‹late Bion› neerkomt. Zoals de redacteurs het in de inleiding stellen: er is in de keuze van de bijdragen een vastbesloten belangstelling voor het ongeborene, het amper geborene en datgene wat onvoldoende belichaamd werd en nooit gementaliseerd. Met andere woorden, de capaciteit om in het eigen lichaam te leven, om intieme ervaringen vooreerst te erkennen als authentiek en persoonlijk, om er ten slotte een eigen psychische betekenis aan te verlenen, is niet vanzelfsprekend. De traditionele analytische benadering schiet dan tekort, want symbolen in verbeelding en taalgebruik zijn niet in staat om dit duistere terrein te bewegwijzeren.
Bespreking van
Jane Van Buren & Shelley Alhnati (red.) (2010). Primitive mental states — A psychoanalytic exploration of the origins of meaning. Hove: Routledge. ISBN 978 0 415 46893 7, pp. 218, £ 23,95
De meer recente vlucht van het wetenschappelijk babyonderzoek heeft geleid tot een beter begrip van de actieve capaciteit van de baby om zin te geven aan de gebeurtenissen rondom hem. Deze complexe protopsychische wereld is de bakermat voor de latere emotionele verbondenheid in menselijke relaties: met de anderen, met zichzelf, met het eigen lichaam.
Geen wonder dat het ‹infantiele trauma› een centrale plaats inneemt in het werk. Grotsteins openingsartikel vertrekt vanuit dit gegeven, om de negatieve therapeutische reactie in de analytische kuur te bespreken vanuit een nieuw paradigma: de analysant en de weerstandige anti-analysant. Hij herdoopt het universele Kaïn-en-Abel-tweelingschap als de splijting tussen de getraumatiseerde en de niet-getraumatiseerde persoonlijkheid, en de negatieve therapeutische reactie als de uiting van het conflict tussen deze beide binnen de persoon levende instanties. Het hoofdstuk is opnieuw een magistraal stuk metapsychologie, met sprekende klinische vignetten, die de krachtige effecten van een pathologische enclave, het littekenweefsel van zeer vroegtijdig trauma, op de levendigheid van de ziel demonstreren. Grotstein schijnt de bewerking van dit ‹obstructieve object› als een soort exorcistische actie te beschouwen, zoals steeds eerst in de tegenoverdracht: de analyticus bevrijdt zich van de ketenen van dit duivelse juk (een vrije vertaling van ‹transformatie in O binnen de psychoanalyticus›). Antonino Ferro spreekt over bèta-elementen die (nog) niet gementaliseerd werden tot symbolen of pictogrammen (alfa-elementen): ze moeten niet langer gecamoufleerd en verstopt — of erger: uitgebraakt en vernietigd — worden, doch dienen te worden opgenomen in het analytisch proces om denkbaar te worden. Voor hem is elke analyse een evenwichtsoefening tussen Hercules en De gelaarsde kat: de Griekse held die in twaalf werken door volharding het gevecht met het immer aanwezige Kwaad overwint door moed en kracht, en de slimme kat die door list en verleiding zijn meester wil bevestigen in het almachtige geloof in oneindig en eeuwig durend geluk, daarbij ‹voor het goede doel› een loopje nemend met de waarheid. Ferro’s uitstap naar de ‹moderne mythe› van Hannibal Lecter en Agent Starling in Silence of the lambs, over de kannibalistische psychiater voor wie alle hulp te laat kwam, is een leuke variant op zijn smakelijke culinaire metaforen.
De Ierse analyticus Paul Williams keert met het concept ‹incorporatie van een invasief object› terug naar de pathologische vroege moeder-kindrelatie en de consequenties hiervan voor de psychische ontwikkeling. De gewelddadige intrusie van de baby door de onrijpe soma-psychebarrière heen kan de indruk van een vreemd voorwerp in zich herbergen, een niet alleen verwarrende doch ook constant dreigende aanwezigheid. Dit resulteert in een complexe intrapsychische situatie voor de (latere) patiënt, waarin pathologische aspecten van het infantiele zelf verward en verstrengeld zijn geraakt met restanten van de onverteerde projecties en ook met de projectieve activiteit van het object in het kind. Er is zeker sprake van identificatie met de agressor, doch er is volgens Williams meer aan de hand in dergelijke gevallen van vroegtijdige traumatisering: de baby identificeert zich door imitatie met de inadequate moederfiguur om zich te beschermen tegen verdere intrusieve aanvallen en de daaruit volgende introjectieve conflictualiteit. Zodoende wordt de gefragmenteerde persoonlijkheid van het jonge kind gestoeld op een valse premisse: niet ware objectrelaties zijn de basis, doch imitatieve identificaties, die groei en creativiteit in de kiem smoren en alleen dienen ter zelfbescherming.
Celia Fix Korbivcher, een Braziliaanse auteur, bestudeert patiënten die zich als neurotisch presenteren, doch bij wie in de loop van de analytische kuur blijkt dat de protomentale staat overweegt. Ze stelt voor de transformatiecategorieën van Bion aan te vullen met ‹autistische transformatie›. Daarmee wordt bedoeld een emotionele configuratie met autistische kenmerken, niet een autistische toestand. Voor de analyticus betekent dit een tegenoverdrachtelijke ervaring van leegheid, gebrek aan enige emotie — een doodsheid die in scherp contrast staat met de beleving van een transformatie in hallucinose die juist bijzonder rijk is aan intense emoties.
Psychoanalytici uit het Verenigd Koninkrijk, Italië en Brazilië illustreren in het klinisch materiaal van volwassen analysanten de concrete verwijzing naar prenataal materiaal: Marianne Robinson noemt de aanwezigheid van fantasma’s die te maken hebben met de navelstreng en placenta en de wens terug te keren naar het prenatale leven. Joanna Wilheim positioneert het ‹trauma van conceptie› in een gedurfde theoretische bijdrage: zij gelooft dat de conceptie het eerste trauma is dat duisternis werpt op de tocht naar het leven. Voor haar zijn negatieve therapeutische reacties en ‹attacks on linking› gedeeltelijk erfgenamen van moeilijkheden rond de conceptie.
Francisco Gonzalez werkt vervolgens het geboortetrauma uit als belangrijk element in het begrijpen van vroege psychopathologie door middel van het voortbestaan van de fantasie omtrent een dode of geaborteerde baby bij sommige negativistische primitieve persoonlijkheden.
De andere Braziliaanse auteur, Arnaldo Chuster, draagt in een ambitieuze bijdrage bij tot de postbioniaanse metapsychologie van het onbewuste. De oorsprong van het onbewuste beoogt vooral een theoretisch artikel te zijn, doch het zijn de klinische voorbeelden die door hun fijngevoeligheid en scherpe inzichten het meest waardevol zijn. De schrijver laat ons de typische Zuid-Amerikaanse vertrouwdheid met primitief materiaal zien in een technische soepelheid, die men uit het eerste theoretische stuk van het hoofdstuk niet zou vermoeden.
Ten slotte, last but not least, zijn er drie mooie bijdragen uit de kliniek met baby’s, die een harmonieus geheel vormen. Johan Normans uitzonderlijke klinische bijdrage, Psychoanalyse van een zes maanden oude baby is tegelijk een pareltje van sobere theoretische uiteenzetting rond het concept ‹primaire repressie›. Norman interpreteert het symptomatische gedrag van de baby op containende manier door de baby toe te spreken in aanwezigheid van de moeder. Beide overige artikels, van Annie Reiner over preverbale taal in de gezamenlijke behandeling van moeder en baby, en van Björn Salomonsson over semiotische en ontwikkelingsperspectieven van communicatie in infant-behandeling, zijn een eerbetoon aan Norman, deze recent overleden, eminente Zweedse analyticus. Deze behandelwijze is slechts één van de mogelijke technieken in babytherapie, doch voor niet-analytici zeker controversieel: want wat verstaat een baby nu van het gesproken woord? Reiner en Salomonsson, beiden eveneens uit Zweden afkomstig, pogen hierop een antwoord te geven.
Juist daarom is dit boek een aanrader, omdat de praktische toepassing van analytische concepten, bioniaans van begin tot einde, overtuigend gedemonstreerd wordt. Persoonlijk vind ik het een goede beslissing van de uitgevende auteurs om de hoofdstukken rond babytherapie (‹babyanalyse› is hier beter op zijn plaats) op het einde van het boek te plaatsen, daar ze de lezer verrassen en het voorgaande, misschien meer vertrouwde materiaal uit de volwassenenanalyse helpen integreren.
Het boek is, zoals alle bundels, variabel in leesbaarheid en boeiendheid, doch in zijn geheel zeker de moeite waard voor de lezer die geïnteresseerd is in een klinische toepassing van het oeuvre van Bion.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden