Psychoanalyse in een turbulente wereld
Samenvatting
Een korte blik op de inhoudstabel van Psychoanalytic perspectives on a turbulent world deed mij even de wenkbrauwen fronsen. Het is ongewoon om onder een psychoanalytische vlag zo diverse onderwerpen te zien voorbijkomen als: de terroristische geest, de transgenerationele transmissie van trauma, de ondergang van het energiebedrijf Enron of van autobouwer General Motors, de begrafenis van prinses Diana en het leiderschap van Barack Obama. Een en ander wordt duidelijker wanneer gekeken wordt naar de achtergronden van de bijdragende auteurs, die een heterogene groep vormen van analytici en organisatieconsultants tot zelfs een priester. Velen onderhouden banden met de International Society for the Psychoanalytic Study of Organizations. De beide redacteuren van dit boek pleiten ook uitdrukkelijk voor een kruisbestuiving tussen psychoanalyse, systeemtheorie, sociologie, politieke en economische wetenschappen. Voor hen is de kern van dit boek dan ook een psychoanalyse die uit het raam van de consultatiekamer naar buiten kijkt. Ik vond dat een mooi beeld, maar het legt volgens mij ook een pijnpunt bloot. Heel wat bijdragen zijn louter post-hocinterpretaties, gemaakt van achter een veilige schrijftafel. Enkel in de bijdrage van Volkan werd op meer concrete wijze getoond hoe vanuit een psychoanalytische inspiratie toch een zekere invloed kan worden uitgeoefend op het internationale speelveld. Wat dit laatste betreft vond ik het boek van Lemma en Patrick (2010) een betere illustratie.
Bespreking van
Halina Brunning & Marlo Perini (2010). Psychoanalytic perspectives on a turbulent world. Londen: Karnac Books. ISBN 978 1 85575 810 0, 220 pp., £ 22,99
Ook Freud had veel interesse voor maatschappelijke aspecten, maar hij had na 1921 steeds minder oog voor de relevantie van een externe realiteit. De auteurs ontwaren binnen de gangbare psychoanalyse nog steeds veel weerstand om het vraagstuk van de externe realiteit aan te pakken en uit te werken tot een consistent theoretisch en praktisch kader.
Een mogelijke rode draad in de verscheidenheid aan bijdragen in dit boek kan de groep-als-geheel-benadering zijn. Meermaals wordt namelijk benadrukt hoe belangrijk het is om niet enkel kleine of grote groepen maar ook een samenleving vanuit dit perspectief te bestuderen. Het gedrag van zowel individuen in een groep als dat van subgroepen in een samenleving kan beter worden begrepen als een functie binnen de groep als geheel. Individuen en subgroepen binnen een maatschappij zijn geneigd om op te treden in dienst van die maatschappij. De interne en externe realiteiten van de leden van een maatschappij staan in voortdurende interactie.
Een ander mogelijk verbindend thema tussen de verschillende hoofdstukken is dat van rampspoed. Dit boek probeert te illustreren hoe de vlucht voor het begrijpen van onderliggende emotionele realiteiten zowel een uiting als een bron van het lijden is dat zich manifesteert in hedendaagse maatschappelijke rampspoed. De psychoanalyse echter reikt ons het inzicht aan dat we dikwijls onwetend deelnemen aan het creëren van onze eigen rampspoed. Vasthouden aan de mythe van de rationaliteit en zodoende de irrationele en onbewuste lagen in het menselijke bestaan ontkennen, schept dikwijls de voorwaarden voor vele van de catastrofale gebeurtenissen die in dit boek aan de orde worden gesteld.
Een van de voor mij interessantere hoofdstukken is van de hand van Perini en gaat over psychoanalyse en vredeseducatie. Perini verwijst naar Einstein, die in de jaren dertig voor de Volkenbond contact mocht zoeken met een wetenschapper naar keuze rond de vraag ‹Waarom oorlog?›. Einstein schreef daarop naar Freud, die hem echter niet meteen een hoopvol antwoord kon geven. Einsteins idee dat oorlog zou kunnen worden vermeden door een sterke centrale autoriteit waaraan internationale conflicten ter oplossing konden worden voorgelegd, werd door Freud als onrealistische droom terzijde geschoven. Menselijke agressieve impulsen zullen volgens Freud nooit helemaal uitgebannen kunnen worden maar hoogstens afgeleid op een zodanige manier dat ze niet naar oorlog leiden. Perini ruilt in het verlengde daarvan de dyade ‹vrede-oorlog› in voor de triade ‹vrede-oorlog-conflict›. Oorlog is daarbij zowel het synoniem als de negatie van conflict, terwijl vrede veeleer begrepen dient te worden als niet zozeer een vredevolle als wel een erg conflictueuze toestand. Vrede is een ambigue en complexe realiteit. Conflicten zijn een niet te vermijden deel van het leven maar zijn ook potentiële bronnen van creativiteit voor zowel individuen, groepen als instellingen. Maar dit inzicht heeft nog niet geleid tot praktische toepassingen in vredeseducatie of bij internationale relaties. Psychoanalyse blijkt ook op dit punt een onmogelijk beroep.
Andere belangwekkende hoofdstukken zijn die van Volkan, Stein en Sievers. Volkan beschrijft zijn Tree-model als een psychoanalytisch geïnspireerde diplomatieke strategie om middels diepte-interviews en psychopolitieke workshops te komen tot de ontwikkeling van concrete acties en programma's bij internationale conflicten. Stein duidt hoe de oedipale problematiek bij twee leiders van het energiebedrijf Enron mee heeft geleid tot het grote debacle ervan. De bijdrage van Sievers over de financiële crisis focust op manisch-depressieve en narcistische processen, maar valt misschien nog het beste samen te vatten met de uitspraak van Allen Greenspan, voormalig voorzitter van de Federal Reserve: ‹Tenzij iemand een manier vindt om de menselijke aard te veranderen, zullen we crises blijven hebben.› Het is een waarschuwing die ik ook wil begrijpen in die zin dat we het psychoanalytisch denken over internationale conflicten niet moeten idealiseren. De wereldleiders zullen er niet meteen door veranderen. Maar misschien mogen we toch hopen dat een psychoanalytische inspiratie kan helpen om ook conflicten die zich afspelen buiten de consultatiekamer meer leesbaar, houdbaar en handelbaar te maken.
Literatuur
- Lemma, A. & Patrick, M. (red.) (2010). Off the couch — Contemporary psychoanalytic applications. Hove: Routledge.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden