Klinisch en extraklinisch droomonderzoek
Samenvatting
In maart 2011 werd in Frankfurt de twaalfde Joseph Sandler Research Conference gehouden met de droom als onderwerp. In The significance of dreams zijn de papers van dit interdisciplinaire symposium gebundeld. Eén bijdrage, weliswaar interessant, heeft weinig met het eigenlijke onderwerp te maken: het gaat om een bespreking van de Frankfurt Preventie Studie, die aantoont dat psychoanalytische therapie tot een significante vermindering van ADHD-symptomatologie leidt bij kinderen. Toch een hele opluchting dat niet alle drukke kinderen aan de pillen moeten! Psychoanalytische therapeuten kunnen aan enkelen van hen een goed alternatief bieden.
Bespreking van
Peter Fonagy, Horst Kächele, Marianne Leuzinger-Bohleber & David Taylor (red.) (2012). The significance of dreams — Bridging clinical and extraclinical research in psychoanalysis. Londen: Karnac. ISBN 978 1 78049 050 2, 294 pp., £ 29,99
In de inleiding worden de actuele opvattingen over de droom samengevat. Kunnen dromen is een aspect van psychische gezondheid, belangrijk voor de menselijke creativiteit en het oplossen van problemen. Dromen blijven de koninklijke weg tot kennis van het onbewuste, maken inzicht mogelijk in vroege objectrelaties, vormen een privétheater (dromen als onze meest private gedachten) waar betekenis wordt begrepen, opgebouwd en getransformeerd. Dromen zijn een presymbolisch overgangsstadium in het denken. Ze spelen een belangrijke rol bij de verwerking van emoties, zeker wanneer deze overspoelend en traumatiserend dreigen te worden. In de loop van een psychoanalytische behandeling vervullen ze een communicatieve functie en dragen bij tot het begrip van het overdrachts-tegenoverdrachtsgebeuren; ze brengen de samenwerking tussen analysant en analyticus in beeld. Dankzij dromen is het mogelijk zicht te krijgen op preverbale traumatische ervaringen die opgeslagen worden in het impliciete geheugen. De droom stelt ons in staat de symbolisatie- en representatiecapaciteit te beoordelen. Niet alle psychische gebeurtenissen tijdens de slaap kunnen als dromen bestempeld worden. Bepaalde nachtmerries hebben meer gemeen met affectbeladen herinneringen en hallucinaties dan met klassieke dromen. De laatste jaren krijgt de tegenoverdrachtsdroom veel aandacht: wat de analyticus droomt over zijn patiënt is een co-constructie van het analytische koppel. In tegenstelling tot de freudiaanse droomtheorie stelt men meer belang in de manifeste droom en de wijze waarop de analysant zijn droom bespreekt. Hoe? Waarom juist op dit ogenblik? Welk effect brengt de analysant ermee teweeg? Het inbrengen van een droom in de analytische sessie bewerkstelligt een triadische modus van communicatie. Wanneer iemand het moeilijk heeft met emotionele nabijheid, kan hij afstand creëren door een droom in te brengen. Dan vervult de droom een weerstandsfunctie.
Ik was vooral op zoek naar nieuwe inzichten. In het hoofdstuk van David Taylor wordt besproken hoe de wiskundige Poincaré heeft bijgedragen aan onze psychoanalytische inzichten. Verder las ik iets over het codeersysteem van Moser en Von Zeppelin, een manier om de manifeste droominhoud empirisch te onderzoeken. Margaret Rustin wijst op het effect van de overmatige blootstelling aan visuele prikkels in onze hedendaagse cultuur: zo kunnen zwarte Afrikaanse kinderen zich beter hun dromen herinneren en deze spontaner bespreken dan blanke kinderen die in materieel betere levensomstandigheden zijn opgegroeid. Marianne Leuzinger-Bohleber beschrijft hoe ze opvallende veranderingen in dromen heeft vastgesteld tijdens de psychoanalyse van chronisch depressieve patiënten. Naarmate de behandeling vordert, wordt het subject in de dromen actiever en meer gericht op anderen, er ontstaan betere relaties met andere droompersonages, het spectrum van emoties verbreedt zich: minder angst en hulpeloosheid, meer agressie. Interessant is haar concept van embodied memories. Volgens Horst Kächele blijkt uit onderzoek dat de theoretische oriëntatie van de therapeut in het begin vooral een invloed uitoefent op de dromen van de patiënt: bij een freudiaan zal men anders dromen dan bij een jungiaan. Naarmate de therapie langer duurt en de patiënt autonomer wordt, vermindert dit effect. Rudi Vermote ziet de analyticus als een poortwachter tussen droomleven en realiteit: wil men creatief werken met dromen dan dient men niet-weten te verdragen, en te kunnen wachten tot de ervaring een vorm vindt die er betekenis aan geeft. De analytische houding berust volgens hem op een oscillatie tussen geduld (patience) en veiligheid (security). Steven Ellman en Lissa Weinstein doen verrassende ontdekkingen bij hun onderzoek van de relatie tussen remslaapfysiologie, psychoanalyse en gehechtheidsonderzoek. Ze stellen hun notie van endogene stimulatie in de plaats van het klassieke driftconcept en maken daarmee de tegenstelling tussen driftpsychologie en objectrelatietheorie ongedaan.
Vooral de opmerking van Peter Fonagy blijft me bij: psychoanalytici dienen groepen te vormen, samen onderzoek te doen en gezamenlijk te publiceren. Terwijl wetenschappelijk onderzoek gebeurt door onderzoeksgroepen, blijven psychoanalytici te individualistisch ingesteld. Dit is de laatste honderd jaar niet veranderd, in tegenstelling tot de ontwikkeling in andere disciplines.
Sverre Varvin en zijn co-auteurs gaan in op posttraumatische dromen. Hun secretaresses werden ziek wanneer ze de ervaringen van slachtoffers van folteringen moesten uittypen. Onverwerkt trauma werkt blijkbaar toxisch bij toehoorders. Ze beschrijven dat er zowel een imaginaire als een symbolische modus in de droom aanwijsbaar is. Volgens hen zijn posttraumatische dromen min of meer mislukte pogingen om betekenis te herstellen in de innerlijke wereld en alsnog een gevoel van veiligheid te verwerven. Ten gevolge van het trauma zijn de interne empathische objecten vernietigd, waardoor men geen vertrouwen meer heeft in zichzelf en niet meer durft te slapen. Ten gevolge van traumatische ervaringen zouden rigide zones ontstaan in geheugennetwerken, waardoor affecten ook minder goed gebonden worden.
Hanspeter Mathys stelt de vraag waarom sommige mensen zich niet voor de betekenis van hun dromen interesseren maar ze wel aan een ander communiceren. Het laatste hoofdstuk past niet goed in het geheel, en beschrijft hoe drie schrijvers door De droomduiding van Freud zijn beïnvloed: Von Hoffmansthal, Schnitzler en Kafka.
Dit boek schenkt ons enkele interessante gedachten maar mist diepgang en samenhang. De klinische beschrijvingen van Rustin en van Leuzinger-Bohleber zijn levendig en boeiend. De onderzoeksbijdragen vallen tegen, de kwaliteit van de bijdragen is erg heterogeen. Klinisch psychoanalytisch onderzoek spreekt mij het meeste aan, ook al hebben andere disciplines hierover een andere mening.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden