Het subjectieve als werkmiddel in de psychosebehandeling
Samenvatting
Psychose anders bekeken van Stijn Vanheule is een bewerking — ik gebruik hier bewust de term ‹bewerking› — van zijn oorspronkelijk Engelstalige boek The subject of psychosis — A Lacanian perspective. Hij had het boek dus eenvoudigweg kunnen vertalen als Het subject van psychose — Een lacaniaans perspectief. Dat hij dit echter niet doet, typeert het boek. Vanheule zoekt trefzekere formuleringen voor de lading die hij wil dekken. Hij is helder, maar steeds met oog voor complexiteit. Het boek is vlot geschreven zonder dat het een enkel ogenblik in platitudes vervalt. Stijn Vanheule is hoogleraar psychoanalyse en psychodiagnostiek aan de Universiteit Gent: in de tekst resoneert zijn onderwijs en de dialoog met zijn studenten. Hij legt lacaniaanse concepten helder uit zonder ze van hun meerzinnigheid en finesse te ontdoen. Vanaf de eerste pagina's voel je dat dit een boek is dat het resultaat is van een lang en doordacht rijpingsproces.
Bespreking van
Stijn Vanheule (2013). Psychose anders bekeken — Over het werk van Jacques Lacan. Leuven: LannooCampus. 978 94 014 1067 0, 224 pp., € 39,99
De titel Psychose — Anders bekeken slaat op de behandeling van het onderwerp van de psychose tegen de gangbare opvattingen over het onderwerp in. De oorsprong van psychosen wordt traditioneel gezien als een of andere afwijking of aandoening in de hersenen. Vanheule valt onmiddellijk met de deur in huis en legt een aantal beginselverklaringen af die gelden als leeswijzer. Hij legt Lacans denken over de psychosen onder het vergrootglas en stelt hierbij twee thema's centraal: ‹De vraag naar de psychische aard van psychotische ervaringen en de vraag naar de manier waarop de psychoanalytische theorie een bruikbaar handvat kan bieden voor de behandeling van psychosen.› Het zal hem in dit boek dus niet zozeer gaan om een zoektocht naar cerebrale substraten voor de psychose, als wel om de subjectieve ervaring van de psychotische patiënt en hoe de hiermee gepaard gaande psychische problemen door middel van therapie behandeld kunnen worden. Zo verklaart hij: ‹De hoofdreden van Lacans geringe belangstelling voor biologische modellen is echter niet dat hij meent dat ze geheel onjuist zijn, maar dat ze hem geen bruikbare handvatten bieden voor de studie en behandeling van psychosen ... Biologische modellen hebben bijvoorbeeld niets te vertellen over hoe psychosen worden ervaren door patiënten.› Het is voor Lacan belangrijker om zicht krijgen op de specifieke oorzaken en op de condities die tot de doorbraak van de psychose leiden. Hierbij vindt hij dat ‹de psychoanalyse zich eerder op de singuliere en particuliere kenmerken van een patiënt moet richten dan op universele inzichten over stoornissen.›
Vanheule betrekt de gehele ontwikkeling binnen het denken van Lacan bij het bespreken van de psychosen. Vandaar de ondertitel Over het werk van Jacques Lacan. Een geïsoleerde bespreking van het onderwerp psychose in het werk van Lacan zou immers een absurde onderneming zijn. Dit boek illustreert met veel bravoure hoe het oeuvre en het onderwerp onderling met elkaar verweven zijn. Van meet af aan onderscheidt Vanheule glashelder vier periodes in het denken van Lacan en stelt hierin telkens een gevalsstudie van Lacan zelf centraal: Aimée, zijn interpretatie van Daniël Paul Schreber, Lol V. Stein uit de roman Le ravissement de Lol V. Stein van Marguerite Duras en James Joyce. In plaats van de naden en breuklijnen tussen deze verschillende perioden weg te moffelen en glad te strijken, geeft Stijn Vanheule de verschillen eenvoudigweg weer: ‹De kritische lezer kan zelf beslissen hoe ermee aan de slag te gaan.› Na een eerste deel waarin hij focust op de Lacan van de jaren dertig en veertig met als voornaamste thema's de identificatieprocessen en de imaginaire manier van zich verhouden tot de wereld, gaat hij over tot het bespreken van de tweede periode, die de jaren vijftig bestrijkt waarbij het primaat van het symbolische centraal staat. Vanheule bespreekt hierbij een aantal basisconcepten uit deze tijdspanne: de lacaniaanse betekenaar, de betekenaarsketting, de Ander en het betekeningsproces, metafoor, metonymie, de metafoor van de Naam-van-de-vader enzovoort. Niet alweer!, dacht ik toen ik het boek voor het eerst doornam. Hij doet het echter compact en met als doel — niets in dit boek is gratuit — het toenmalig denken over de psychose te bespreken, waarin zowel de leek in het lacaniaanse begrippenapparaat als de oude rot in het vak hun gading kunnen vinden. In het deel over Lacans werk in de jaren zestig worden de theorie over het ‹object a› en de ‹jouissance› uitgewerkt. Het laatste onderdeel behandelt de ‹knopentheorie›. In de inleiding laat Vanheule vallen dat hij persoonlijk nogal van Lacans latere werk houdt. Je merkt dat hij deze theorie door en door kent en haar inzichtelijk kan overbrengen, maar ik bleef enigszins op mijn honger zitten. Het doet verlangen naar een meer exhaustieve behandeling van deze periode van zijn hand.
Is het boek dan een louter doorlopen van Lacans oeuvre en het on the way beschrijven? Nee, Vanheule legt her en der pertinente accenten. Het boek is doorspekt met aanwijzingen voor hoe we aan de hand van Lacans bevindingen aan de slag kunnen in de klinische praktijk. Theoretisch vind ik zijn benadering van ‹hallucinaties› en het ‹object a› en zijn lezing van Lol V. Stein als een geval van psychose uitermate verfrissend.
Dit boek is een wezenlijke bijdrage aan de studie van het werk van Lacan. Het is zowel theoretisch als klinisch zeer verhelderend door een gestreng doorgedreven logica, die in het hele werk wordt aangehouden.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden