We are (all) DuChampions
Samenvatting
Vroeger, als student psychologie geconfronteerd met saaie, bijna onverteerbare brokken statistiek, droomde ik mezelf Jan Hoet. Ik had namelijk een eigen museum — mijn Museum In de Stroom — dat ik naar believen kon vullen en legen, volgens de inspiratie en de gemoedstoestand van het moment. Ontelbare exposities heb ik op poten gezet, waarbij de groten der aarde de revue passeerden en geen enkele performance mij te bont was. Op een gegeven moment, herinner ik mij, heb ik het MIS letterlijk binnenstebuiten gekeerd, wat de apotheose was van een toch al geslaagd totaalevenement die keer. Want ook qua opzet was het festijn democratisch: onder het motto ‹a-musée-vous› mocht iedereen naar hartenlust deelnemen. Inspiratie voor mijn démarche haalde ik indertijd bij het British Gas Museum. Een museum gevuld met onzichtbare objecten, dacht ik zo. Spannend.
Naar mijn ervaring beseffen te weinig mensen het fijne van totaal nutteloze dingen. De laatste jaren is onder druk van werk en gezin deze fantasie wat onder het stof geraakt. Ik meen dat dit een vervelend gevolg is van het feit dat ik mij niet meer hoef te vervelen. In mijn beleving bezit de leegte van de verveling een soort zwaartekracht die zaken naar zich toetrekt. Je geest verwordt tot een fuik die allerlei op drift geslagen elementen verzamelt, met je fantasieën als je culturele DNA. Vervolgens scherp kijken, met één dichtgeknepen oog, en zo de werkelijkheid fixeren — verhevigde ingedikte werkelijkheid, geladen met emotie. Een lege ruimte mag echter nooit als vanzelfsprekend beschouwd worden.
Als er íémand met de vinger nagewezen mag worden wegens de afkeer van Jan Modaal van moderne kunst, dan is het wel Marcel Duchamp. Fascinerend is te zien hoe hij, zelfs zonder publiekelijk aan het werk te zijn, tientallen jaren lang, een sleutelfiguur bleef in de kunst: Duchamp als actieve lege plaats.
Ik denk dat de waarde van een ongestructureerde vorm van psychotherapie er net in ligt dat deze veel ruimte laat voor de eigen fantasie: veel lokkende leegte, die ernaar snakt om met jezelf opgevuld te worden. De gedachte dat we hierbij in de therapie ook ‹islands of pleasure› kunnen creëren, ben ik ten zeerste genegen.
Terug naar de kunst hiervoor. Het laten ‹werken› van een kunstwerk behelst volgens mij het creëren van een overgangsruimte, waar met de realiteit gespeeld kan worden. In mijn museum was ook steeds werk van Broodthaers te vinden. Omwille van het tautologische karakter ervan exploreert hij alle mogelijke verhoudingen tussen een voorwerp en zijn afbeelding of een voorwerp en zijn naam. Hierbij fungeert het alfabet voor hem als een dobbelsteen met zesentwintig zijden. De lach en de ernst gaan bij Broodthaers in elkaar over als in de Moebiusband: je lijkt nooit te weten aan welke kant je staat of waar het ene ophoudt en het andere begint.
De kunstenaar lijkt me in deze geen vernieuwer te zijn noch is hij een uitvinder. Door zeer aandachtig te leven ontdekt hij wat in de diepten van het bestaan te vinden valt. Als hij werkelijk briljant is, suggereert hij gedachten en gevoelens die de lezer of de toeschouwer niet alleen als volkomen juist aanvoelt, maar die hij ook herkent. Het is het gevoel dat je als lezer krijgt wanneer je in een flits beseft dat iets eigenlijk al je leven lang heel dicht bij je is geweest, zonder dat je het zelf wist of besefte.
Ervaring en openstaan voor wat je niet kent is ook op andere vlakken belangrijk. Zo zijn bijvoorbeeld veel motorrijders ontzettende vakjesdenkers. Een BMW is betrouwbaar. Een Harley rijdt slecht, een Honda rijdt goed. Een Ducati gaat kapot. In gezelschap kan elk van deze stellingen door tientallen voorbeelden weerlegd worden. Als je tochten maakt op een motorfiets zie je de dingen anders. Je staat volkomen met alles in contact, je zit in het landschap. Je bent de hele tijd bezig met dingen tot je door te laten dringen, zowel het weer als het landschap, zonder opgejaagd te worden en zonder het gevoel te hebben dat je je tijd verspilt. Soms is het inderdaad beter om te reizen dan om aan te komen.
Naast psychotherapie en motorrijden en curator zijn van een drijvend museum lijkt ook vissen mij een soort Chinese bezigheid te zijn: de stroom en de uren laat je aan je voorbijtrekken terwijl je je ogen strak op de dobber gericht houdt in de hoop dat die in beweging schiet. Door je van handelen te onthouden kun je de zaken scherper waarnemen. Niet handelen is niet hetzelfde als nietsdoen. Water, en zeker stromend water, symboliseert in verhalen ook dikwijls de vrije expressie van emotie, of het nu kwaadheid, spijt of wraakzuchtige woede is. Mensen hebben het dikwijls over de manier waarop vuur beweegt, als een soort beest dat voortkruipt of wild om zich heen grijpt. Water daarentegen is als een spook. Draai je om en het is dichterbij, alsof iemand het meubilair heeft verschoven in een oogopslag. Dingen nemen een andere vorm aan. De 'waarheid' kan dus bedrieglijk zijn.
Als kind van de Westhoek ben ik opgegroeid met het verleden in het heden, het beeld van de IJzer die de Duitsers tot stilstand bracht. Een rivier loopt net zozeer door mensen heen als hij door het landschap stroomt. Net als water beweegt de geschiedenis zich als een spook. Je draait je om en het zit je dichter op de huid.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden