Psychoanalyse en maatschappij: welke toekomst?
Samenvatting
Het symposium Psychoanalysis in 2025 van de European Psychoanalytic Federation (de associatie van alle Europese met de IPA verbonden verenigingen) was een bijzondere aangelegenheid om twee redenen: het had plaats in het hoofdkwartier van de Psychoanalytische Universiteit van Berlijn en werd in beperkte kring gehouden: om uitwisseling en discussie te faciliteren mocht elke aangesloten vereniging twee leden afvaardigen.
Verslag van
Psychoanalysis in 2025 [Berlijn, 19-21 september 2014]
Psychoanalyse lijkt tegenwoordig in een uithoek van het maatschappelijk debat gedreven te worden, maar voor insiders zijn de levendigheid van lezingen en publicaties opvallend, evenals de drukke wetenschappelijke agenda's. Bovendien heeft het psychoanalytische denken de moderne maatschappij grondig bepaald en leverde het ons zowel een fundamenteel als een inmiddels vertrouwd vocabularium op.
Deze bijeenkomst beoogde hierop in te spelen: kunnen we ons de toekomst, ‹2025› om er een cijfer op te plakken, als psychoanalytisch ‹maakbaar› denken? Men deed dit door enerzijds kennis te nemen van de wijze waarop niet-analytici relevante maatschappelijke evoluties beschouwen, anderzijds door dit ook eens te bekijken door een analytische bril.
Men koos voor een formule waarbij een aantal duo-lezingen werden gegeven door niet-analytici, geplaatst tegenover analytici. Dit was stimulerend, omdat de niet-analytische sprekers het thema van de lezing vanuit hun andere invalshoek dienden te verduidelijken aan een analytisch geschoold gehoor. Opvallend was dat er vele conceptuele gelijkenissen bleken te schuilen achter de eigen, specifieke terminologie van beide groepen. Soms waren de toehoorders echter getuige van wat vinniger uitwisselingen.
Vijf onderwerpen werden opgevoerd: de impact van economie en van digitale technologie op de psychoanalytische ethiek, de complexiteit van de dialoog tussen de neurowetenschappen en de psychoanalyse, het socioculturele veld en psychoanalyse, en ten slotte het vraagstuk van genderidentiteit en de effecten ervan op de psychoanalytische praktijkvoering.
De ondertussen vertrouwde structuur van EPF-symposia met als rode draad de kleine discussiegroepen bevorderde de verwerking van de verschillende lezingen.
Een eerste lezingkoppel werd gevormd door Gerhard Schneider (Deutsche Psychoanalytische Vereinigung) en Alain Ehrenberg (Frans socioloog) waarbij de nadruk werd gelegd op de wederzijdse beïnvloeding van beide denkkaders. Vervolgens gaf David Bell (British Psychoanalytical Society) zijn visie op de betekenis van ‹geld› voor de analytische ethiek, en hij werd gerepliceerd door Marcello Messori, directeur van de Italiaanse School of European Political Economy. De invloed van de digitale technologie op de analytische praktijkvoering werd geschetst door Charlotte Björklind (Zweedse analytica) en beantwoord door Sönke Behnsen (Duits psychiater en psychoanalyticus). Daarna volgden Jorge Canestri (Società Psicoanalitica Italiana) en Oliver Turnbull (Londens neuropsycholoog) in een bijzonder intelligent en onderlegd duet: beide sprekers vielen op door de wijze waarop ze aan elkaar refereerden en op die manier een gemeenschappelijk gedachtegoed weefden. Nicole Minazio (Belgische Vereniging voor Psychoanalyse) en Christophe Dejours (Association Psychanalytique de France) sloten dit boeiende weekend af met de meest klinische presentatie, over genderidentiteit.
Waar het uitgangspunt van dit symposium een (ietwat vermomde) waarschuwende allure had, namelijk hoe je het beste de analysevijandige tendensen in de maatschappij kunt leren kennen om goed voorbereid te zijn, evolueerde de bijeenkomst naar een houding van meer zelfvertrouwen, met als gemene deler: 2025 is analytisch maakbaar en de toekomst is niet een reeds bestaand gegeven. De kwaliteit van sommige lezingen en de aansluitende plenaire discussies, doch zeker ook de verwerking hiervan binnen de longitudinale kleine groepen, was hiervan de oorzaak.
Dit symposium stimuleerde veel deelnemers tot het plan een soortgelijk initiatief binnen hun eigen vereniging te nemen. Het belang van het zorgvuldig bewaken van de specificiteit van de psychoanalyse, door vast te houden aan strikte opleidingscriteria, en een actieve dialoog met de psychotherapie enerzijds en verwante menswetenschappen anderzijds, werd herhaaldelijk bevestigd.
Als enige minpunt van het symposium zou ik de uitgebreidheid van het programma willen noemen: het was inspannend voldoende op de hoogte te zijn van de verschillende thema's (de teksten van de lezingen werden verondersteld gelezen te zijn) en dan een inzicht bevorderende discussie te voeren. Er werd geopperd dat een volgend initiatief misschien de omgekeerde format zou mogen hebben, namelijk de analyticus die een antwoord geeft op de niet-analyticus. Dit zou mogelijk een totaal andere dynamiek hebben opgeleverd, waarbij de deelnemers zich meer pogen te identificeren met de niet-analytische wetenschapstakken.
Ik vond dit een waardevol initiatief van de EPF en een stevige stimulans voor het meebedenken van 2025, in psychoanalytische termen dan.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden