Iedereen wil maar één ding — Over Een klein leven van Hanya Yanagihara in de regie van Ivo van Hove
Samenvatting
‹Weet je het zeker?›, vroeg Willem, toen Jude hem vertelde dat hij ‹er› aan toe was. ‹Natuurlijk wil ik het›, antwoordt Jude.
Op toneel de achterkant van een bank. Jude is er op zijn rug op gaan liggen. Willem liefdevol bovenop hem. Boven de bank uit aan de ene kant een bol van langzaam bewegende billen, bedekt door een dunne deken. En aan de andere kant de vuist van Jude die op het ritme van de bewegende billen verzet uitdrukt. Jude wil niet vrijen. Nooit.
Hanya Yanagihara vertelt in haar roman Een klein leven het verhaal van Jude St Francis. Het is een modern sprookje: Jude is bij de vuilnisbak te vondeling gelegd. Een klooster van franciscanen neemt hem op. De broeders verleiden, mishandelen en misbruiken hem voortdurend. Broeder Luke lijkt toch echt lief: ‹Ik pas op je, aai jij het bezoek maar. Dan verdienen we geld, voor een huisje waar we samen gaan wonen›.
Na een ultieme vernedering eindigend in het ziekenhuis, gloort verlossing en verlichting: Jude is achttien. Een maatschappelijk werkster aan zijn bed helpt hem hierbij: hij mag leren, gaat naar de universiteit en maakt vrienden. Hij wordt zelfs geadopteerd door een van zijn hoogleraren. Hij krijgt een topbaan. Een geduldige dokter verzorgt zijn wonden. Maar, dit is een sprookje dat slecht afloopt, alle liefde en toewijding ten spijt: Jude is voor altijd in gevecht met het verleden, hij wordt nog altijd mishandeld en Jude wordt nooit gelukkig. En zwijgt.
Ivo van Hove ensceneert deze roman met in de hoofdrollen Ramsey Nasr als Jude, Maarten Heijmans als Willem, zijn vriend en Hans Kesting als terugkerend misbruiker. Steven van Watermeulen is de toegewijde, lieve adoptievader. Vóór het toneel speelt een strijkkwartet.
In Yanagihara's roman is de lezer vooral getuige van Jude's eeuwig innerlijk conflict over het zich niet kunnen geven, zelfs niet aan een geliefde ander. De ander heeft altijd seksuele verlangens, de ander heeft altijd bevrediging nodig. Jude wil niet leven. Hij zingt in de roman en op het toneel Gustav Mahlers Ich bin der Welt abhanden gekommen. ‹Ik ben verloren gegaan voor de wereld. De wereld verlangt alles van mij. Vooral seksualiteit. Ik zou het moeten geven, maar ik wil niet›.
Van Hove verabsoluteert op het toneel — anders dan Yanagihara in haar roman — de grootheid van het lijden en het onvermogen van de belangrijke ander. Een roman leent zich meer voor innerlijke, individuele bespiegeling. Op het toneel moet in de interactie het innerlijk conflict gevisualiseerd worden. Jude is briljant, geliefd en omgeven door geheimen. Aanvankelijk woont en werkt hij te midden van een viertal vrienden. Willem, zijn vriend is lief en hem toegewijd. Het verleden is verborgen. Hij snijdt zichzelf, ontdekt Willem. De arts verbindt de snijwonden, niet een keer, maar vele malen. Er is een geheim, er is leed. En er is vooral fascinatie: iedereen heeft een diep verlangen het lijden van Jude te verlichten.
De hoogleraar, die Jude adopteerde, kookt. Hij is lief. Maar een lekker hapje troost niet. Ook Willem is lief en geduldig. Eindeloze liefde heeft geen effect. De dokter verbindt en verwijst naar een psychiater. Behandelingen leiden niet tot verlichting. Jude lijdt.
In de roman is Jude een eenzame man met een ernstig conflict. Hij is overtuigd van eigen schuld en een eigen aandeel in het misbruik. Elk verlangen dat bevredigd dreigt te worden, elke mogelijke intimiteit noopt Jude tot snijden met scheermesjes. Eenzaam, niemand mag van zijn verleden weten.
Op het toneel verschuift het perspectief naar de ander. Groots leed verleidt en dwingt de ander tot daden. ‹Ich leb allein in meinem Himmel, in meinem Lieben, in meinem Lied›. Zo eindigt Mahlers lied. Jude, als asbleke man op de grond, wordt bloedend versleept door zijn redders. Het beeld doet denken aan de kruisgang van Christus. Maar Christus werd toch opgebracht door verraders en naar Golgotha afgevoerd en gekruisigd? Zegt Van Hove nu dat toegewijde vrienden Jude naar het kruis brengen en hem zo zelf tot zijn dood nopen?
Sigmund Freud betoogt in Jenseits des Lustprinzips onder meer dat de neuroticus de neiging heeft de traumatische situatie te herhalen. Jude, het misbruikte vondelingetje, snijdt en bloedt. Maakt hij zo zijn redders tot executeurs? Zijn meest toegewijde vriend wordt prostitutiebezoeker, de reddende hoogleraar een naïeve kok en de dokter een bediende, die na vele ingrepen niet anders kan dan Jude's gemaltraiteerde benen amputeren. De enige aan wie Jude zich ooit kon geven was broeder Luke. De broeder door wie Jude werd gedwongen zich te prostitueren.
Jude herhaalt zijn trauma. Steeds opnieuw. Iedereen wil maar één ding.
En Jude is niet de enige, die herhaalt. ‹Mijn leven is per saldo mislukt, ik heb gefaald in het enige wat ertoe deed›, zegt zijn adoptievader. Hij verloor zijn biologisch eigen kind. En hij verliest Jude. Willems gehandicapte broertje stierf, Willem overleefde.
Wie probeert te redden, probeert eigen verdriet te herstellen.
Jude neemt alle schuld op zich. Ooit stal hij een crackertje in het klooster waar het hebben van bezittingen een zonde was. Ooit beloofde broeder Luke een huisje in het bos. Ooit prostitueerde hij zich voor de eerste maal. Maar wie Jude ook vertelt dat hij onschuldig is, in zijn leed is Jude altijd de grootste. Zijn wraak is eindeloos. Jude wordt Christus die zich laat executeren door zijn redders.
De roman van Hanya Yanagihara toont minutieus het intrapsychisch lijden. Het onvermogen om contact aan te gaan met de ander. Het zich altijd overweldigd voelen door de ander. Ivo van Hove laat in zijn enscenering zien hoe liefde, toewijding en behandeling niets vermogen. Iedereen wil maar één ding. En de dokter is bediende ...
Noot
Speellijst: www.ita.nl.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden